Ze zegt dat hij geen naam nodig heeft, maar stiekem noem ik hem Floris. Ik weet ook wel dat dat geen naam is voor een slak, dat slakken geen namen hebben en zeker geen namen als Floris, maar in mijn hoofd zijn hij en ik al een team. Ik fluister tegen Floris, die als een slijmerig hoopje hoop in mijn hand ligt. ‘Wij gaan winnen vandaag.’
Ze zegt dat we ze neer moeten zeggen, Floris en de slakken zonder naam. Ze is streng, mijn buurmeisje. Het is haar idee, het zijn haar spelregels, dus zij is de scheidsrechter, maar ik mag vandaag meedoen, met mijn Floris, dus ik vind het best. Ik zie aan Floris dat hij er zin in heeft. Zijn voelsprieten bewegen onrustig heen en weer als ik hem neerzet, alsof hij begrijpt wat ik wil en zelf ook niet kan wachten.
‘Klaar?’ zegt mijn buurmeisje. Ze kijkt serieus. Haar hand gaat naar het takje dat voor de slakken ligt. ‘Start,’ zegt ze. Ze tilt het takje op. Ze zijn los. En ze staan stil.
Dan glijdt Floris plots vooruit door de zwarte aarde. Hij laat de slak van Lex en Rick achter zich. De slak van Emma slaat linksaf, de planten in. Die van Sam beweegt helemaal niet. Ik zie Floris naar de finish gaan. Mijn Floris. Zie je wel dat een naam helpt?
Ik duw Lex een stukje opzij om beter te zien hoe het afloopt. Ik wil zien hoe we winnen. Ik wil straks aan tafel, aan mijn ouders, kunnen vertellen hoe het precies is gegaan, met Floris, en dan wil ik kunnen vertellen van die naam en dat dat hielp en misschien kan ik maandag op school dan ook, zoals andere kinderen altijd over voetbal en judo, met medailles en verhalen en met vriendjes en-
‘Saai,’ zegt mijn buurmeisje. Ze rekt zich uit, draait zich om naar de bal die naast de plantenbak ligt.
‘Ja,’ zegt Lex.
‘Kom,’ zegt ze. Ze trekt Rick van de rand van de plantenbak.
Sam veegt haar handen af aan haar spijkerbroek en schopt de bal het pleintje over. De anderen gaan erachteraan, verdwijnen de hoek om, laten mij alleen.
Ik kijk naar Floris. Ik denk dat Floris het voelt, want hij ligt even stil. Dan vervolgt hij zijn weg. Helemaal alleen komt hij over de eindstreep.
Niemand ziet hoe we winnen. En niemand ziet hoe ik de verliezers uit de bak pak, op de grond gooi en onder de zachte zool van mijn slipper verpletter.