China toen

Het is bijna twee jaar geleden dat ik in China ben geweest. En gezien mijn uitpuilende buik en een klein kostenpostje op komst, verwacht ik er de komende twee jaar ook niet met grote regelmaat te komen. Veel inspiratie voor mijn column in kwartaalblad China Nu zal ik er dan ook niet opdoen. Vandaar dat ik het stokje binnenkort waarschijnlijk zal overgeven aan een nieuwe columnist. Maar China loopt/drijft/smelt niet weg. En wanneer ik weer, iets ouder, voet op Chinese bodem zal zetten, is dat vast met een frisse blik en vol verbazing over alle grote veranderingen aldaar. Daar kunnen alleen maar mooie, nieuwe verhalen van komen. Tot die tijd lees je hier mijn laatste gedachtenkronkels over de Volksrepubliek zoals ik die ken:

De kunst van het afdingen

Het schijnt typisch Hollands te zijn om blij te worden van fikse kortingen en dingen die ‘gratis’ zijn. Het idee dat we niet de volle mep betalen voor een vakantiehuisje in Frankrijk of met een ‘tweede kaartje’ gratis op de eerste rij zitten bij een uitverkocht concert, vervult ons van simpel geluk. Ik laat de Nederlandse kortingen graag voor wat ze zijn. Eens in de zoveel tijd reis ik gewoon naar China om me een slag in de rondte te onderhandelen.

Hoewel de hipste winkels in het centrum van Beijing tegenwoordig werken met ‘fixed prices’, valt er op markten vaak nog flink af te dingen. En dat vind ik leuk. Meestal valt mijn oog op afzichtelijke beeldjes die ik helemaal niet wil kopen. Of Ball Star-gympen en Abercrombie en Fish T-shirts. Het gaat me dan ook niet om het product, het gaat me om het spel van weglopen en uitgelachen worden, aan de arm teruggetrokken worden en vervolgens weglopen met het idee dat je een grappige trofee binnen hebt gesleept voor een schijntje, terwijl de verkoper hard lachend de winst telt zodra je je glunderend uit de voeten maakt. Het is een kwestie van 20 yuan durven bieden als de verkoper op 200 begint. De spanning: lacht hij me uit, lacht hij me toe, of loopt hij kwaad weg? En dan het echte onderhandelen, liefst met de rekenmachine erbij zodat ik als buitenlander wel echt begrijp hoe de verkoper de prijs berekent: ‘Dertig procent korting, alleen voor jou. Ok, veertig procent dan? Niet? Wat wil je er dan maximaal voor betalen? Nee, ben je gek? Ok, ok, niet weglopen. Zestig procent korting. Ja?’. Waarna ik mezelf een schouderklopje geef, omdat ik omgerekend drie euro heb betaald voor ‘zilveren’ oorbellen die ik nooit zal dragen.

Het gevolg van deze grote voorliefde voor het afdingspel, is dat mijn auto versierd is met bespottelijke kussentjes, ik half China ben doorgereisd met een enorme klok in mijn handbagage, mijn vrienden worden afgescheept met gouden muziekdoosjes en neplederen tassen en er in een hoekje van de trapkast notitieboekjes, oordopjes in de vorm van beertjes en ‘echte Pashmina’s’ liggen te verstoffen. Misschien wordt het tijd om toch gewoon Hollandse spaarkaarten aan te schaffen. En mijn Chinese voorraad van de hand te doen. Gratis, voor de liefhebber. Of aan de beste bieder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *