Column slash waarschuwing voor zwangeren

Als ik er op werkdagen voor 9 uur al een halve dag op hebt zitten, vol pedagogische missers en schoolstress, denk ik nog wel eens aan de vervlogen tijden waarin ik 24 uur per dag voor mezelf had. Voor Zwanger (wat ik overigens zelf al 2 jaar niet meer ben) schreef ik daar een column over. Een waarschuwing voor moeders in spe , eigenlijk. Lees ‘m hieronder:

De-ze-rust-komt-nooit-meer-terug

Het grootste cliché over kinderen krijgen is waar: je krijgt er heel veel voor terug. Onvoorwaardelijke liefde, om maar iets te noemen. En als het even meezit ook een nieuwe kijk op de wereld en weerstand tegen allerhande bacillen. Daar staat tegenover dat je wat offers moet brengen. Bij ons staat nachtrust al jaren met stip op nummer 1 in dat lijstje. Op de voet gevolgd door het fenomeen ‘tijd voor jezelf’.

Meestal breng ik die offers met liefde, maar op dagen die om half 6 beginnen met een poepluier en een Peppa Pig marathon, kan ik nog wel eens heimwee krijgen naar de dagen waarop ik sliep tot lunchtijd en vervolgens naar een koffietentje slenterde. Om daar twee muffins met helemaal niemand te delen en bij thuiskomst ongestoord uit te buiken bij 16 afleveringen Say yes tot he dress. Heimwee naar de beginweken van mijn eerste zwangerschapsverlof dus.

Met de kennis van nu beschouw ik die drie weken als de meest relaxte periode uit mijn volwassen bestaan. Voor het eerst sinds de middelbare school waren er geen opdrachten die af moesten en geen mensen die me ergens op tijd verwachtten. Ik had 24 uur per dag voor mezelf. Een ongekende luxe, die me al snel begon te vervelen. Ik was twee keer naar de bioscoop geweest, had de hydrofiel luiers 36 keer opnieuw gevouwen en had er zeker 3 extra kilo’s aan gegeten en gerust. Ik had mijn pufmantra (de-ze-wee-komt-nooit-meer-terug) geoefend en de enveloppen voor de geboortekaartjes geschreven. Ik was klaar voor de baby. En klaar met de rust.

Ik was dan ook zielsgelukkig toen de baby zich na 39 weken aandiende. Het ultieme luilakleventje ruilde ik met liefde in voor een nieuw bestaan als moeder, vol adrenaline en geluksmomenten, maar ook met de nodige hormonale hectiek. Al snel kon ik me niet meer voorstellen dat ik ooit in alle rust een uitgebreide lunch naar binnen had geschoven of zelfs maar een kop koffie had gedronken die nog wel warm was. Ik had mijn handen vol.

En dat heb ik, vijf jaar en nóg een zoon verder, nog steeds. Al kan ik op goede dagen zelfs weer een krant lezen of alleen naar de wc: sinds ik moeder ben verveel ik me nooit meer. Dat is heerlijk. Maar soms zou ik mijn verlof best nog eens over willen doen, mét de kennis van nu. En een mantra dat me eraan herinnert om er écht van te genieten. Want-de-ze-rust-komt-nooit-meer-terug.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *