Column: Dag drs.Dircken (waarom ik mezelf- van mezelf- nooit meer zo mag noemen)

on

“Ik heb gisteren tijdens dat etentje nog zitten opscheppen over jou.”

Ik kijk mijn moeder verbaasd aan. Ze is geen opschepper en ik heb voor zover ik weet niet echt opschepwaardige feiten gepleegd de laatste tijd.
“Oh?”, zeg ik dus. Verbaasd. Nieuwsgierig.
“Ja”, lacht ze. “Ik heb verteld dat jij doctorandus bent. In de sinologie.”
Ik lach ook, want ik ben blij dat íemand blijkbaar nog iets met die titel doet. Al is het maar mijn moeder op een feestje.

Wat mijn moeder en ik wel weten, en die mensen met wie ze aan tafel zat niet, is dat mijn universiteitsdiploma zo’n 17 jaar na dato net zoveel waard is als ikzelf na drie dagen carnaval. In 2006, toen ik afstudeerde, sprak ik Mandarijn, kon ik karakters schrijven, wist ik hoe de politieke vork zo’n beetje in de Chinese steel zat. Maar zet me nu in een willekeurig Chinees restaurant neer en ik kan de kaart niet meer lezen. In China ben ik al sinds 2010 niet meer geweest. En wat de Chinese Droom van Xi Jinping is? Bu zhīdào.

Toch mag ik, en mag mijn moeder, mij nog steeds sinoloog noemen. Ik mag bij enquêtes invullen dat ik een universitaire titel heb en op mijn huidige cv prijkt nog steeds mijn China-kennis van toen. Gek eigenlijk. Want wat zegt het anno 2023 over mij dat ik als twintiger goed karakters kon stampen? Dat ik toen de rust en discipline heb gehad om een studie af te maken waarvan ik eigenlijk al wist dat ‘ie niet echt bij me paste? Een studie die ik eigenlijk al een beetje afschreef zodra ik ontdekte dat ik ook kon schrijven (gewoon in het Nederlands)?

Als ik antwoord mag geven (en dat mag ik, want ik ben de schrijver): weinig.

Op mijn diploma van toen staat wat ik nu niet meer kan. Voor wat ik nu wel kan, heb ik geen hard, geaccrediteerd bewijs. Ik doe het gewoon. En ik krijg ervoor betaald. Had iemand me dat begin van deze eeuw verteld, dan had dat me behoorlijk wat doorwaakte nachten en bloedende nagelriemen bespaard.

Van mij mag er een houdbaarheidsdatum komen voor titels en diploma’s. Doe je er niks meer mee? Dan vervallen ze. Of beter: ze maken plaats voor nieuwe titels, die beter bij je passen. Die echt iets over je zeggen. De examencommissie? Die bestaat uit de mensen waarmee je werkt, bij wie je cursussen volgt of die je goed kennen.

Zo zou ik apetrots zijn als er nu ‘Master Mooie woorden’ op een papiertje met mijn naam zou prijken. Maar ook als ik, dankzij mijn milde kampeerobsessie, officieel te boek zou staan als ‘Kennisinstituut kleine campings met zwembad en een hoge Zoover-waardering’. Of, omdat ik bijna elke dag twee goed doorvoede en redelijk opgevoede kinderen op tijd op school krijg, beloond word met een ‘Bachelor of Bende-beheersing en Broodtrommelbeleid’ ofzoiets.

En ik zou nog trotser zijn als mijn moeder dáár dan over op zou scheppen tijdens een etentje.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *